Is het hebben van noodverlichting verplicht?

Noodverlichting is de verzamelnaam voor noodevacuatieverlichting en vervangingsverlichting. Zodra de elektriciteit uitvalt en de verlichting niet meer werkt dienen deze in werking te treden.
Onderdeel van de noodevacuatieverlichting zijn de vluchtwegverlichting en vluchtrouteaanduiding, dit is een belangrijk onderdeel bij het veilig vluchten en ontruimen uit gebouwen. Maar wanneer is noodverlichting verplicht?

Noodverlichting is vereist op basis van de volgende wetgeving, het Bouwbesluit 2012, de Arbowet en de WHVBZ. Afhankelijk van de gebruiksfunctie van het gebouw zijn deze wetten van toepassing.
Hieronder een overzicht met de betreffende artikelen uit deze wetten met de bijbehorende geldende eisen en gehanteerde normen.

Bouwbesluit 2012

Bouwbesluit 2012 artikel 6.3 Noodverlichting (= vluchtwegverlichting)
Raadpleeg tabel 6.1 om te bepalen welke leden van toepassing zijn.

  1. Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert heeft noodverlichting.
  2. Een onder het meetniveau gelegen functieruimte van een overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer en voor het stallen van motorvoertuigen heeft noodverlichting.
  3. Een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute of een beschermde route voert heeft noodverlichting.
  4. Een wegtunnelbuis heeft noodverlichting.
  5. Noodverlichting zoals bedoeld in het eerste t/m het vierde lid geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening van elektriciteit gedurende tenminste 60 minuten een op de vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten lichtsterkte van 1 lux.

noot: Ook in een liftkooi dient er noodverlichting te zijn aangebracht, dit wordt niet meer geëist vanuit het Bouwbesluit, maar door de Europese regelgeving m.b.t. liften. De liftleverancier zal vanuit deze regelgeving noodverlichting in de liftkooi aanbrengen met een verlichtingssterkte van tenminste 1 lux.

Bouwbesluit 2012 artikel 6.5 Verduisterende ruimten
Een ruimte voor meer dan 50 personen die verduisterd kan worden heeft noodverlichting van ten minste 1 lux.

Bouwbesluit 2012 artikel 6.8 Voorziening voor elektriciteit
Noodverlichting moet voldoen aan de NEN 1010

Bouwbesluit 2012 artikel 6.24 Vluchtrouteaanduiding (=Vluchtwegaanduiding)
Raadpleeg tabel 6.22 om te bepalen welke leden van toepassing zijn.

  1. Een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen hebben een vluchtrouteaanduiding die voldoen bij een te bouwen bouwwerk aan de NEN 3011 en bij een bestaand bouwwerk aan de NEN 6088. De zichtbaarheidseisen dienen te voldoen aan de artikelen 5.4.1 tot en met 5.4.4 en artikel 5.5 van de NEN-EN 1838:2013
  2. Een wegtunnel heeft een vluchtrouteaanduiding die voldoen aan de NEN 6088. De zichtbaarheidseisen dienen te voldoen aan de artikelen 5.4.1 tot en met 5.4.4 en artikel 5.5 van de NEN-EN 1838:2013. De vluchtrouteaanduiding is niet hoger dan 1,5 meter boven de vloer aangebracht en de afstand tussen 2 vluchtwegaanduidingen is niet meer dan 25 meter, gemeten langs de tunnelwand.
  3. Een vluchtrouteaanduiding zoals bedoeld in het eerste of tweede lid is aangebracht op een duidelijk waarneembare plaats
  4. Een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het eerste en tweede lid voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening van elektriciteit gedurende een periode van tenminste 60 minuten, aan de zichtbaarheidseisen bedoeld in de artikelen 5.4.1 tot en met 5.4.4 en artikel 5.5 van de NEN-EN 1838:2013.
  5. Op een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het eerste lid gelegen op een vluchtroute vanuit een ruimte met een verlichtingsinstallatie niet zijnde noodverlichting als bedoeld in artikel 6.3, zijn bij het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit de het eerste lid bedoelde zichtbaarheidseisen niet van toepassing.
  6. Een deur in een tunnel die toegang geeft tot een beschermde route als bedoeld in artikel 2.12 is uitgevoerd in de kleur groen, RAL 6024
  7. Bij een vluchtrouteaanduiding als bedoeld in het tweede lid is goed zichtbaar aangegeven de loopafstand in twee richtingen tot het einde van de tunnelbuis of, indien die loopafstand korter is, de loopafstand tot de meest nabije toegang als bedoeld in het zesde lid.

Arbo (Arbeidsomstandighedenbesluit)

Het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbo) is van toepassing als er sprake van een werkgever-werknemer relatie is.

Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 3.7 Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen
Noodverlichting toepassen conform de volgende artikelen uit de NEN-EN 1838
Artikel 4.1.2a Nabij elke uitgang die bestemd is om te worden gebruikt in geval van nood, tenminste 1 lux
Artikel 4.1.2b Nabij trappen zodat elke trede direct wordt aangelicht, ten minste 1 lux op elke trede.
Artikel 4.1.2c Nabij enig niveauverschil of obstakel, tenminste 1 lux.
Artikel 4.1.2e Nabij elke richtingsverandering, tenminste 1 lux
Artikel 4.1.2f  Nabij elke kruising van gangen, tenminste 1 lux
Artikel 4.1.2g Aan de buitenzijde nabij elke uitgang naar buiten die bedoeld is voor gebruik in geval van nood, tenminste 1 lux
Artikel 4.3.8 In elk MIVA-toilet, tenminste 1 lux
Artikel 4.3.9 Elke ruimte met een dusdanige situatie waarbij het redelijk aanneembaar is dat bij het uitvallen van de verlichting paniek ontstaat, tenminste 1 lux

Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 3.9 Noodverlichting
Noodverlichting toepassen conform de volgende artikelen uit de NEN-EN 1838
Artikel 4.4 Arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van het kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld, zijn voorzien van adequate noodverlichting. De werkgever dient aan te geven welke arbeidsplaatsen het betreft.
Vereiste verlichtingssterkte minimaal 10% van de normale verlichting, met een minimum van 15 lux,
gelijkmatigheid ≥ 0,1, minimale brandduur = periode voor risico van de personen.
Daar waar noodverlichting niet mogelijk is, beschikken de werknemers over individuele verlichting.

Wet Hygiëne Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ)

Artikel 23 van deze wet stelt dat er in een overdekte badinrichting en zwemgelegenheid adequate noodverlichting aanwezig dient te zijn, ten minste 1 lux en vluchtwegaanduiding van tenminste 2 cd/m2.

Aanvullende veiligheidseisen of bij volledige toepassing van de NEN-EN 1838

Indien er volledig aan de NEN-EN 1838 voldaan moet worden of aanvullende veiligheid gewenst is, hanteert de NEN-EN 1838 de volgende artikelen
Artikel 4.1.2d Nabij voorgeschreven veiligheidssignaleringen/vluchtwegplattegronden/(arbo-technische) veiligheidsinstructies, tenminste 1 lux
Artikel 4.1.2h Nabij elke EHBO-post, zodat de EHBO-uitrusting wordt verlicht, tenminste 5 lux
Artikel 4.1.2i  Nabij elk onderdeel van de brandbestrijdingsuitrusting/handbrandmelders/bedieningspanelen, tenminste 5 lux
Artikel 4.1.2j  Nabij evacuatiehulpmiddelen voor mindervaliden, tenminste 1 lux
Artikel 4.1.2k  Nabij oproep- en communicatiesystemen voor mindervaliden en nabij bediening van alarmsystemen in MIVA-toiletten, tenminste 1 lux
Artikel 4.4 De NEN-EN 50172 hanteert voor elke ruimte > 60 m2, vanwege het mogelijk ontstaan van paniek, tenminste 1 lux